Het leven was vorig jaar een stukje duurder dan in 2018. De prijzen van consumentengoederen en -diensten waren in december 2,7 procent hoger dan een jaar eerder. Met name brandstofprijzen duwen het gemiddelde omhoog. 

In november betaalde de consument 2,6 procent meer dan vorig jaar. De consumentenprijzen waren in 2019 gemiddeld 2,6 procent hoger dan in 2018, de sterkste stijging na 2002. Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek uitgerekend.

De consumentenprijsindex (CPI) is een belangrijke indicator voor het verschijnsel inflatie, maar is niet hetzelfde. De index geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dagelijkse boodschappen, kleding, benzine, huur en verzekeringspremies. Inflatie is breder dan de prijsontwikkeling van consumentengoederen en –diensten, want bijvoorbeeld ook koopwoningen, industriële producten, aandelen en goud veranderen van prijs.

Duurdere brandstoffen

De stijging van de consumentenprijzen ten opzichte van een jaar eerder was in december groter dan in november. Dit komt vooral door de prijsontwikkeling van motorbrandstoffen. Benzine was in december 10,2 procent duurder ten opzichte van vorig jaar en diesel 7,1 procent. In november was benzine 4,9 procent duurder, dieselprijzen waren 0,4 procent lager dan vorig jaar.

Met het decembercijfer is ook de gemiddelde prijsstijging in 2019 bekend. Consumentengoederen en –diensten waren in het afgelopen jaar 2,6 procent duurder dan in 2018. De prijsstijgingen in Nederland zijn hoger dat gemiddeld in Europa. De prijsstijging in de eurozone steeg van 1,0 procent in november naar 1,3 procent in december. Sinds januari 2019 ligt het indexcijfer van Nederland beduidend hoger dan in de eurozone. Toen zijn in Nederland het lage btw-tarief en de energiebelasting verhoogd.