Studie naar Vlaams potentieel voor groene waterstof

Waterstofnet en adviesbureau Hinicio hebben in opdracht van het Vlaams Energieagentschap (Vea) een inschatting gemaakt van de mogelijkheden van groene waterstof voor Vlaanderen. Ze baseerden zich hierbij op de resultaten en inzichten van buitenlandse studies.

Het onderzoeksrapport beschrijft en kwantificeert mogelijke toepassingen voor waterstof, geeft prioriteiten voor Vlaanderen aan en adviseert mogelijke beleidsmaatregelen. De studie verdeelt de mogelijke bijdrage van waterstof over vier segmenten: transport, industrie, warmte in de gebouwde omgeving en de opslag van elektriciteit. De resultaten zijn vertaald naar een routekaart voor groene waterstof in Vlaanderen tot 2030 met een globale inschatting voor 2050. Een grote groep stakeholders uit het Vlaamse energielandschap en de leden van het Power-to-Gas cluster waren actief betrokken bij het proces. Binnen het cluster wordt de routekaart uit deze studie verder vertaald naar concrete projecten.

Buitenlandse voorbeelden

“Voor Nederland, Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en Zweden zijn de visies rond waterstof geanalyseerd, waarbij per land in kaart gebracht is wat de drijfveren, de kernelementen van de aanpak en de stimuleringsmaatregelen van de overheid zijn die momenteel zijn geïmplementeerd of worden overwogen,” stellen de onderzoekers. “Uit deze analyses blijkt dat al deze landen vanuit een zeer verschillende actuele energievoorziening een belangrijke rol zien voor waterstof in de toekomstige energievoorziening. Gezien de termijn die implementatie van waterstof vereist, kan worden vastgesteld dat in landen met een actief beleid en vooral duidelijke stimulerende beleidsmaatregelen, waterstof nu al als energiedrager geïntroduceerd wordt.

“Internationaal gaat de meeste aandacht voor waterstof naar de transportsector, omdat daar de vraag naar lagere emissies – vooral in stedelijke gebieden – steeds belangrijker wordt. Toepassing van waterstof in de industrie als vervanging voor grondstoffen van fossiele oorsprong, wordt algemeen beschouwd als een belangrijke stap in een verdere decarbonisatie, maar vereist opschaling en verdere daling van productiekosten van waterstof. Eerste demonstraties zijn in het buitenland reeds aangekondigd in deze sector.”

De laatste jaren zijn in Vlaanderen de eerste demonstratieprojecten rond waterstof gerealiseerd, die zich voornamelijk richten op waterstof in transport: tankstations, auto’s, heftrucks, bussen, vuilniswagens. Naast een aantal unieke Vlaamse demonstratieprojecten onderscheidt Vlaanderen zich vooral met de aanwezigheid van een relatief groot aantal belangrijke technologiespelers op vlak van waterstof, eindgebruikers en producenten van hernieuwbare elektriciteit, die gericht samenwerken rond waterstof. Het Power to Gas cluster, dat circa dertig bedrijven verenigt, ontwikkelt, gesteund door de Vlaamse overheid, concrete projecten om gezamenlijk kennis op te bouwen om zodoende in vervolgstappen de technologie, technisch-economisch verantwoord te kunnen gaan opschalen.

Voor warmte wordt internationaal actief gekeken naar de mogelijkheden om aardgas als belangrijke bron voor warmte te gaan vervangen door waterstof. “In eerste instantie kan dit gebeuren door het bijmengen van groene waterstof in het aardgasnet, maar in een latere fase kan de aardgasinfrastructuur aangepast worden naar een waterstofinfrastructuur gebaseerd op groene waterstof. Naast waterstofbijmenging is er de optie om uit de combinatie van waterstof en CO2, methaan te maken met vergelijkbare chemische eigenschappen als aardgas.”

Een ander mogelijk pad is het volledig ombouwen van het bestaande aardgasnetwerk en de toepassingen bij de gebruikers volledig op waterstof te laten draaien. “Dit kan interessant zijn om lokaal en in bepaalde gebieden, warmte uit waterstof te produceren en te gebruiken. Voor deze laatste twee opties zijn de potentiëlen, technisch onbegrensd.”

Groene waterstof heeft (meer) groene stroom nodig

Volgens de berekeningen in de studie zal de behoefte aan groene waterstof de in Vlaanderen beschikbare groene elektriciteit op termijn overstijgen. Naast wind- en zonne-energie zal ook vooral offshore groene elektriciteit een belangrijke bron zijn. Voor de productie van groene waterstof zal tegen 2050 een equivalent windturbinevermogen van 28 GW nodig zijn. De installatie van dit vermogen op zee zou circa 2.800 km² zee-oppervlakte vereisen of ongeveer 75% van de Belgische belangzone in de Noordzee. Dit betekent dat Vlaanderen op termijn om een volledig groene energievoorziening te kunnen realiseren waarschijnlijk ook groene elektriciteit extern zal moeten aantrekken.

Lees ook:

Auteur: Koen Mortelmans

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Studie naar Vlaams potentieel voor groene waterstof | TankPro.nl

Studie naar Vlaams potentieel voor groene waterstof

Waterstofnet en adviesbureau Hinicio hebben in opdracht van het Vlaams Energieagentschap (Vea) een inschatting gemaakt van de mogelijkheden van groene waterstof voor Vlaanderen. Ze baseerden zich hierbij op de resultaten en inzichten van buitenlandse studies.

Het onderzoeksrapport beschrijft en kwantificeert mogelijke toepassingen voor waterstof, geeft prioriteiten voor Vlaanderen aan en adviseert mogelijke beleidsmaatregelen. De studie verdeelt de mogelijke bijdrage van waterstof over vier segmenten: transport, industrie, warmte in de gebouwde omgeving en de opslag van elektriciteit. De resultaten zijn vertaald naar een routekaart voor groene waterstof in Vlaanderen tot 2030 met een globale inschatting voor 2050. Een grote groep stakeholders uit het Vlaamse energielandschap en de leden van het Power-to-Gas cluster waren actief betrokken bij het proces. Binnen het cluster wordt de routekaart uit deze studie verder vertaald naar concrete projecten.

Buitenlandse voorbeelden

“Voor Nederland, Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk en Zweden zijn de visies rond waterstof geanalyseerd, waarbij per land in kaart gebracht is wat de drijfveren, de kernelementen van de aanpak en de stimuleringsmaatregelen van de overheid zijn die momenteel zijn geïmplementeerd of worden overwogen,” stellen de onderzoekers. “Uit deze analyses blijkt dat al deze landen vanuit een zeer verschillende actuele energievoorziening een belangrijke rol zien voor waterstof in de toekomstige energievoorziening. Gezien de termijn die implementatie van waterstof vereist, kan worden vastgesteld dat in landen met een actief beleid en vooral duidelijke stimulerende beleidsmaatregelen, waterstof nu al als energiedrager geïntroduceerd wordt.

“Internationaal gaat de meeste aandacht voor waterstof naar de transportsector, omdat daar de vraag naar lagere emissies – vooral in stedelijke gebieden – steeds belangrijker wordt. Toepassing van waterstof in de industrie als vervanging voor grondstoffen van fossiele oorsprong, wordt algemeen beschouwd als een belangrijke stap in een verdere decarbonisatie, maar vereist opschaling en verdere daling van productiekosten van waterstof. Eerste demonstraties zijn in het buitenland reeds aangekondigd in deze sector.”

De laatste jaren zijn in Vlaanderen de eerste demonstratieprojecten rond waterstof gerealiseerd, die zich voornamelijk richten op waterstof in transport: tankstations, auto’s, heftrucks, bussen, vuilniswagens. Naast een aantal unieke Vlaamse demonstratieprojecten onderscheidt Vlaanderen zich vooral met de aanwezigheid van een relatief groot aantal belangrijke technologiespelers op vlak van waterstof, eindgebruikers en producenten van hernieuwbare elektriciteit, die gericht samenwerken rond waterstof. Het Power to Gas cluster, dat circa dertig bedrijven verenigt, ontwikkelt, gesteund door de Vlaamse overheid, concrete projecten om gezamenlijk kennis op te bouwen om zodoende in vervolgstappen de technologie, technisch-economisch verantwoord te kunnen gaan opschalen.

Voor warmte wordt internationaal actief gekeken naar de mogelijkheden om aardgas als belangrijke bron voor warmte te gaan vervangen door waterstof. “In eerste instantie kan dit gebeuren door het bijmengen van groene waterstof in het aardgasnet, maar in een latere fase kan de aardgasinfrastructuur aangepast worden naar een waterstofinfrastructuur gebaseerd op groene waterstof. Naast waterstofbijmenging is er de optie om uit de combinatie van waterstof en CO2, methaan te maken met vergelijkbare chemische eigenschappen als aardgas.”

Een ander mogelijk pad is het volledig ombouwen van het bestaande aardgasnetwerk en de toepassingen bij de gebruikers volledig op waterstof te laten draaien. “Dit kan interessant zijn om lokaal en in bepaalde gebieden, warmte uit waterstof te produceren en te gebruiken. Voor deze laatste twee opties zijn de potentiëlen, technisch onbegrensd.”

Groene waterstof heeft (meer) groene stroom nodig

Volgens de berekeningen in de studie zal de behoefte aan groene waterstof de in Vlaanderen beschikbare groene elektriciteit op termijn overstijgen. Naast wind- en zonne-energie zal ook vooral offshore groene elektriciteit een belangrijke bron zijn. Voor de productie van groene waterstof zal tegen 2050 een equivalent windturbinevermogen van 28 GW nodig zijn. De installatie van dit vermogen op zee zou circa 2.800 km² zee-oppervlakte vereisen of ongeveer 75% van de Belgische belangzone in de Noordzee. Dit betekent dat Vlaanderen op termijn om een volledig groene energievoorziening te kunnen realiseren waarschijnlijk ook groene elektriciteit extern zal moeten aantrekken.

Lees ook:

Auteur: Koen Mortelmans

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.