Grenspomphouders grijpen laatste strohalm bij rechter

Pomphouders uit de grensstreek hebben dinsdag compensatie geëist bij de rechtbank in Den Haag. Ze lijden zware verliezen door het accijnsbeleid van de overheid en eisten daarom in een kort geding een overbruggingsuitkering tot een definitieve uitspraak is verkregen in een bodemprocedure. Volgens de pomphouders is het voor hen onmogelijk geworden om het bedrijf onder de huidige omstandigheden voort te zetten en vinden daarom dat de Staat ze schadeloos moet stellen. (Foto vlnr: advocaat Arjen van Rijn, pomphouder Erik Koelman, pomphouder Eric Peeters en advocaat Charles Langereis)

Door een serie van belastingverhogingen lopen de prijzen aan de Nederlandse kant van de grens dusdanig uit de pas met de concurrenten in Duitsland en België dat een groot deel van de consumenten in het buitenland tankt. De genadeklap werd gegeven door de verhoging van 1 januari 2014. Toen gingen de accijnzen op diesel en lpg met respectievelijk drie en zeven cent omhoog. Daarbovenop kwam nog eens inflatiecorrectie en 21 procent btw, ook voor benzine.

Waardeloos

”Daar kun je met creatief ondernemerschap niet meer tegenop”, aldus advocaat Arjen van Rijn in zijn pleidooi bij de rechtbank. ”Dat heeft ook zijn grenzen. Voor de ondernemers in de grensstreek is hun bedrijf in feite waardeloos geworden. Ze kunnen geen winst meer maken en het station verkopen is ook geen optie. Er is natuurlijk niemand meer in geïnteresseerd.” In combinatie met de weigering om compensatie te verlenen, is de verhoging van begin vorig jaar onrechtmatig vindt de advocaat.

Het kort geding dat dinsdag diende spitste zich toe op twee pomphouders: Eric Peeters uit het Limburgse Kelpen-Oler (tweede van rechts op de foto) en Erik Koelman uit het Gelderse Aalten (tweede van links op de foto). Zij zijn als voorbeeld genomen voor de rest van de negenhonderd grenspomphouders. Bij beide ondernemers is de nood namelijk dusdanig hoog dat ze op korte termijn een besluit moeten nemen over het wel of niet voortzetten van hun bedrijf. Een besluit dat vooral afhangt van het resultaat van het kort geding.

Beleid

De advocaten brengen naar voren dat de voormalig staatssecretaris Frans Weekers in 2011 aangaf de accijnzen niet te verhogen zonder dat België en Duitsland dat pad zouden volgen. ”Bij het bepalen van hun beleid hebben pomphouders met die uitspraak rekening gehouden”, legt Van Rijn uit. ”Dat nota bene dezelfde staatssecretaris binnen enkele jaren de accijnzen alsnog verhoogd, daar konden de pomphouders niet op anticiperen.”

Tevens geven ze aan dat in 1997 ook compensatie is uitgekeerd aan andere pomphouders wegens een overheidsmaatregel. Daarom moet dat nu weer gebeuren. Een weigering is in strijd met het verbod op discriminatie.

Verhoging

In een korte toelichting gaf pomphouder Peeters tijdens het kort geding aan dat de verhoging van begin vorig jaar hem de das om doet. ”De afgelopen jaren zijn er al diverse verhogingen geweest. Daardoor liep de omzet ook vóór 2014 al terug. Maar toen kon ik nog terugvallen op de verkoop van diesel en lpg. Die omzet is nu ook grotendeels weg, waardoor er geen rendabele business case meer is.”

Daar voegde Koelman aan toe dat het overduidelijk is dat grenslocaties harder worden getroffen door het belastingbeleid dan tankstations elders in het land. ”Bovendien innen wij dagelijks belasting voor de Staat, terwijl ze ons in de kou laten staan. Daar begrijp ik niets van.”

Compensatie

Het Rijk hield echter voet bij stuk. Van compensatie kan geen sprake zijn. Volgens de landsadvocaat zijn er zelfs stations in de grensstreek die het beter doen dan vestigingen in de rest van het land. Met de stelling dat de accijnsverhogingen van 1 januari 2014 de pomphouders in een structureel verliesgevende positie hebben gebracht, was de advocaat het dan ook niet eens.

Volgens hem zijn er meer oorzaken die daaraan ten grondslag liggen. Bijvoorbeeld het feit dat auto’s steeds zuiniger worden en dat er minder economische bedrijvigheid is. Bovendien houdt ondernemen in de grensstreek in dat grensverschillen een rol kunnen spelen bij het runnen van een bedrijf. ”Soms heb je er voordeel van, soms nadeel. Daarnaast zijn er wel degelijk stations in de grensstreek die het wél goed doen.”

Buitenland

Dat zijn volgens de andere advocaat van de pomphouders, Charles Langereis, snelwegstations die profiteren van het feit dat je met veel tankpassen niet in het buitenland kunt tanken. Als deze pashouders op vakantie gaan, gooien ze nog snel even de tank vol vóór de grens. De landsadvocaat ging hiertegen niet in het verweer en gaf aan dat niet gekeken is welke grensstations het dan wel goed doen.

Wel is de Staat van mening dat niet bij elk regeringsbesluit kan worden bekeken of er misschien een bedrijf is dat daardoor in financiële problemen komt. Tevens kan een politiek besluit uit het verleden niet betekenen dat daar automatisch een verplichting uit voortvloeit om nu ook compensatie te geven.

Stichting

Naast de twee pomphouders eiste ook de stichting Accijnsclaim Pomphouders een compensatie namens alle overige gedupeerde grensondernemers. De stichting is een samenwerkingsverband tussen brancheverenigingen Beta, Bovag en een groep onafhankelijke pomphouders.

Dat de nood nog steeds hoog is, bleek dinsdag uit cijfers van statistiekbureau CBS. Daaruit kwam naar voren dat de verkoop van met name diesel en lpg drastisch daalde in de eerste tien maanden van het afgelopen jaar. De verkoop van diesel zakte in met 453 miljoen liter ten opzichte van het jaar ervoor. Bij lpg nam de verkoop af met 96 miljoen liter. Op basis van deze cijfers voorspellen Bovag en Beta dat uit cijfers over het gehele afgelopen jaar zal blijken dat dieselverkopen daalden met 8 procent en lpg zelfs met 23 procent. Brancheorganisaties zien het grensprobleem als grootste oorzaak van de sterke dalingen.

Uitspraak

Ondanks de dramatische verliezen blijft het Rijk dus bij zijn stelling dat compensatie niet hoeft. Of de rechter het daarmee eens is, zal binnen twee weken blijken. Afhankelijk van de uitspraak bepalen de betrokken partijen welke verdere stappen worden genomen.

Tom van Gurp

Lees ook: Branche maakt zich op voor accijnsrechtszaak tegen Staat

Auteur: Tom van Gurp

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Grenspomphouders grijpen laatste strohalm bij rechter | TankPro.nl

Grenspomphouders grijpen laatste strohalm bij rechter

Pomphouders uit de grensstreek hebben dinsdag compensatie geëist bij de rechtbank in Den Haag. Ze lijden zware verliezen door het accijnsbeleid van de overheid en eisten daarom in een kort geding een overbruggingsuitkering tot een definitieve uitspraak is verkregen in een bodemprocedure. Volgens de pomphouders is het voor hen onmogelijk geworden om het bedrijf onder de huidige omstandigheden voort te zetten en vinden daarom dat de Staat ze schadeloos moet stellen. (Foto vlnr: advocaat Arjen van Rijn, pomphouder Erik Koelman, pomphouder Eric Peeters en advocaat Charles Langereis)

Door een serie van belastingverhogingen lopen de prijzen aan de Nederlandse kant van de grens dusdanig uit de pas met de concurrenten in Duitsland en België dat een groot deel van de consumenten in het buitenland tankt. De genadeklap werd gegeven door de verhoging van 1 januari 2014. Toen gingen de accijnzen op diesel en lpg met respectievelijk drie en zeven cent omhoog. Daarbovenop kwam nog eens inflatiecorrectie en 21 procent btw, ook voor benzine.

Waardeloos

”Daar kun je met creatief ondernemerschap niet meer tegenop”, aldus advocaat Arjen van Rijn in zijn pleidooi bij de rechtbank. ”Dat heeft ook zijn grenzen. Voor de ondernemers in de grensstreek is hun bedrijf in feite waardeloos geworden. Ze kunnen geen winst meer maken en het station verkopen is ook geen optie. Er is natuurlijk niemand meer in geïnteresseerd.” In combinatie met de weigering om compensatie te verlenen, is de verhoging van begin vorig jaar onrechtmatig vindt de advocaat.

Het kort geding dat dinsdag diende spitste zich toe op twee pomphouders: Eric Peeters uit het Limburgse Kelpen-Oler (tweede van rechts op de foto) en Erik Koelman uit het Gelderse Aalten (tweede van links op de foto). Zij zijn als voorbeeld genomen voor de rest van de negenhonderd grenspomphouders. Bij beide ondernemers is de nood namelijk dusdanig hoog dat ze op korte termijn een besluit moeten nemen over het wel of niet voortzetten van hun bedrijf. Een besluit dat vooral afhangt van het resultaat van het kort geding.

Beleid

De advocaten brengen naar voren dat de voormalig staatssecretaris Frans Weekers in 2011 aangaf de accijnzen niet te verhogen zonder dat België en Duitsland dat pad zouden volgen. ”Bij het bepalen van hun beleid hebben pomphouders met die uitspraak rekening gehouden”, legt Van Rijn uit. ”Dat nota bene dezelfde staatssecretaris binnen enkele jaren de accijnzen alsnog verhoogd, daar konden de pomphouders niet op anticiperen.”

Tevens geven ze aan dat in 1997 ook compensatie is uitgekeerd aan andere pomphouders wegens een overheidsmaatregel. Daarom moet dat nu weer gebeuren. Een weigering is in strijd met het verbod op discriminatie.

Verhoging

In een korte toelichting gaf pomphouder Peeters tijdens het kort geding aan dat de verhoging van begin vorig jaar hem de das om doet. ”De afgelopen jaren zijn er al diverse verhogingen geweest. Daardoor liep de omzet ook vóór 2014 al terug. Maar toen kon ik nog terugvallen op de verkoop van diesel en lpg. Die omzet is nu ook grotendeels weg, waardoor er geen rendabele business case meer is.”

Daar voegde Koelman aan toe dat het overduidelijk is dat grenslocaties harder worden getroffen door het belastingbeleid dan tankstations elders in het land. ”Bovendien innen wij dagelijks belasting voor de Staat, terwijl ze ons in de kou laten staan. Daar begrijp ik niets van.”

Compensatie

Het Rijk hield echter voet bij stuk. Van compensatie kan geen sprake zijn. Volgens de landsadvocaat zijn er zelfs stations in de grensstreek die het beter doen dan vestigingen in de rest van het land. Met de stelling dat de accijnsverhogingen van 1 januari 2014 de pomphouders in een structureel verliesgevende positie hebben gebracht, was de advocaat het dan ook niet eens.

Volgens hem zijn er meer oorzaken die daaraan ten grondslag liggen. Bijvoorbeeld het feit dat auto’s steeds zuiniger worden en dat er minder economische bedrijvigheid is. Bovendien houdt ondernemen in de grensstreek in dat grensverschillen een rol kunnen spelen bij het runnen van een bedrijf. ”Soms heb je er voordeel van, soms nadeel. Daarnaast zijn er wel degelijk stations in de grensstreek die het wél goed doen.”

Buitenland

Dat zijn volgens de andere advocaat van de pomphouders, Charles Langereis, snelwegstations die profiteren van het feit dat je met veel tankpassen niet in het buitenland kunt tanken. Als deze pashouders op vakantie gaan, gooien ze nog snel even de tank vol vóór de grens. De landsadvocaat ging hiertegen niet in het verweer en gaf aan dat niet gekeken is welke grensstations het dan wel goed doen.

Wel is de Staat van mening dat niet bij elk regeringsbesluit kan worden bekeken of er misschien een bedrijf is dat daardoor in financiële problemen komt. Tevens kan een politiek besluit uit het verleden niet betekenen dat daar automatisch een verplichting uit voortvloeit om nu ook compensatie te geven.

Stichting

Naast de twee pomphouders eiste ook de stichting Accijnsclaim Pomphouders een compensatie namens alle overige gedupeerde grensondernemers. De stichting is een samenwerkingsverband tussen brancheverenigingen Beta, Bovag en een groep onafhankelijke pomphouders.

Dat de nood nog steeds hoog is, bleek dinsdag uit cijfers van statistiekbureau CBS. Daaruit kwam naar voren dat de verkoop van met name diesel en lpg drastisch daalde in de eerste tien maanden van het afgelopen jaar. De verkoop van diesel zakte in met 453 miljoen liter ten opzichte van het jaar ervoor. Bij lpg nam de verkoop af met 96 miljoen liter. Op basis van deze cijfers voorspellen Bovag en Beta dat uit cijfers over het gehele afgelopen jaar zal blijken dat dieselverkopen daalden met 8 procent en lpg zelfs met 23 procent. Brancheorganisaties zien het grensprobleem als grootste oorzaak van de sterke dalingen.

Uitspraak

Ondanks de dramatische verliezen blijft het Rijk dus bij zijn stelling dat compensatie niet hoeft. Of de rechter het daarmee eens is, zal binnen twee weken blijken. Afhankelijk van de uitspraak bepalen de betrokken partijen welke verdere stappen worden genomen.

Tom van Gurp

Lees ook: Branche maakt zich op voor accijnsrechtszaak tegen Staat

Auteur: Tom van Gurp

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.